Travelog: Olifantuh!

Travelog: Olifantuh!

Het weer in Chiang Mai is al wat meer opgeklaard wanneer we deze morgen wakker worden om ons klaar te maken voor een dagje olifanten verzorgen in een opvangpark. Er is zelfs een lekker warm zonnetje terwijl de berichten van mogelijke sneeuw en het collectieve falen van het Nederlands Elftal ons bereiken. Ik kan om beiden niet rouwig zijn.

We beginnen de dag met een tripje naar het betreffende park. Wanneer we opgepikt worden door een 4x4 pickup met in de achterbak een overkapping met bankjes wekt dat al de suggestie dat het geen asfaltweg zal zijn. Om wagenziekredenen (althans dat houden we vol) kruipen Luuk en ik voorin. Een uur lang gaat alles prima totdat we linksaf een offroad weg opgaan. Het heeft schijnbaar wat geregend de afgelopen dagen voor onze aankomst in Chiang Mai, dus de wegen zijn een combinatie van rood en geel gekleurd slijk met uitgeslepen sporen dwars door junglebos. Haarspeldbocht na haarspeldbocht gaan we verder de bergen in in de tweede versnelling op hellingen waar een mountainbiker zijn lol op kan. Ieder tussenstukje bergaf nemen we half zijwaarts omlaag slippend totdat we na een goed half uur aankomen bij een dorpje tussen rijstvelden en glooiende heuvels die in een vallei doorkruist worden door een riviertje. Onze gids, Robert, verwelkomt ons Westerlingen en weet van gekkigheid niet hoeveel referenties naar Westerse popcultuur hij moet maken. En dus lopen we onder het genot van zijn versie van “The Lion Sleeps Tonight” door de rijstvelden en langs de rivier naar zijn dorpje. Dat we ons in een ander werelddeel bevinden doet er even niet toe voor hem.

We trekken een lokaal outfitje aan (ik gok omdat dat geinig staat op de foto’s) en lopen door soortgelijke slijkweggetjes verder de heuvel op totdat we uitkomen bij, you guessed it, een kudde olifanten. Van hun namen of leeftijden heb ik weinig meegekregen, aangezien ik te druk bezig was met het ontwijken van olifanten kaka. Een olifant voelt in ieder geval een beetje als schuurpapier. Na wat fotografiewerk lopen we verder naar een volgende kudde met een zwangere olifant van 54 jaar. Ze is al een jaar zwanger en heeft nog een jaar voor de boeg. Ze ziet er nu echter al uit alsof ze uit haar voegen barst. We eten wat rijst en voornamelijk veel koekjes bij de rivier en maken ons klaar om de geslurfde tanks in de rivier te gaan wassen. Het water is f’n koud, maar we bijten door en al snel plonzen de olifanten erbij. Vooral de kleinste (1,5 jaar) heeft de grootste lol om volledig onder water te gaan en voor je neus op te duiken.

Olifanten wassuh! Olifanten wassuh!

Nadat iedereen zijn portie badderen gehad heeft (olifanten incluus) spoeden we ons naar een modderpoel dichtbij. Het stinkt er een beetje en de zompige bodem is vast niet alleen de gelige klei die het gros van deze poel lijkt te zijn maar daar kunnen we beter niet te veel over nadenken. Tijd om onszelf en de olifanten wat in te smeren met de gele drab. Voor olifanten een goed iets omdat het ze tegen insecten en de zon beschermt. Voor ons is het gewoon lekker knoeien. Vooral omdat ik op een gegeven moment op mijn bek ga en dus maar even lekker blijf liggen. Glibberend dalen we weer af naar de rivier om de modder af te spoelen aan de voet van een watervalletje. Gelukkig laat het zich vrij vlot wegspoelen al vraag ik me, nu ik in het hotel nog eens gedouched heb, nog steeds af of alles weg is…

De terugweg leidt over dezelfde bergpaden maar een dag in de zon heeft ze duidelijk goed gedaan. Het is een stuk minder glad. Onze chauffeur en zijn co-piloot zijn twee Thaise jongens van onze leeftijd met een MP3 CD met zo’n 50 nummers van Thaise bands als No More Tear en Big Ass. Wie kent ze niet. Onze chauffeur presteert het om nummer 39 zo’n 6x achter elkaar af te spelen. Bij de zevende keer besluit Luuk te vragen waar het over gaat. Het antwoord is een verre liefde die vraagt om aan haar te denken of iets dergelijks. Ook zien we ze continu met hun telefoons berichtjes inspreken in het Engels die dan uitgetypt worden. We vermoeden maar buitenlandse liefjes. Wanneer onze chauffeur twee foto’s van een Chinees uitziend meisje bekijkt trekt Luuk de stoute schoenen aan met de vraag wie dat is. “She my baby, I love her wery wery much” is het antwoord terwijl hij stuitert (van de liefde I guess) op zijn stoel. Als wederdienst is Luuk vervolgens degene die het gesprek met de betreffende dame mag uittypen terwijl onze chauffeur dicteert. Hij heeft zich ingehouden. Goede daad voor vandaag, check!

Travelog: Olifantuh!
Older post

Travelog: Kedeng kedeng...

Newer post

Travelog: Tempels en spul...

Travelog: Olifantuh!